
2016-juni, oilbar op papier, 55 x 70
Wat maakt iemand de moeite van het portretteren waard? Of, wat maakt dat iedereen het waard is om op doek of papier te worden vastgelegd? En welke houding, uitsnede, lichtval en interpretatie zouden iets extra’s opleveren voor het resultaat.
Vragen die een portrettist al werkend zich doorlopend stelt. Daarvoor is kijken nodig.
Of, zoals Janita Monna het in haar inleiding van de uitgave door Trouw over Judith Herzberg schrijft: ‘kleine, precieze observaties uit het dagelijkse leven en de grote, raadselachtige wereld’. En dat is wat Judith Herzberg doorlopend in haar gedichten doet en wat haar gedichten zo herkenbaar en leesbaar maken. Ter illustratie hiervan enkele voorbeelden uit haar poëzie.
Uit: EEN KINDERSPIEGEL
Als ik oud word neem ik blonde krullen
ik neem geen spataders, geen onderkin,
en als ik rimpels krijg omdat ik vijftig ben
dan neem ik vrolijke, niet van die lange om mijn mond
alleen wat kraaiepootjes om mijn ogen. …
DAGLICHT
Uit chaos van lakens en
voorgevoel opgestaan, gordijnen
open, de radio aan, was
plotseling Scarlatti
heel helder te verstaan:
Nu alles is zoals het is geworden,
nu alles is zoals het is
komt het, hoewel, misschien
hoewel, tenslotte nog in orde.
Ik hoop iets van mijn bewondering voor het werk van Judith Herzberg te hebben kunnen overdragen, door het bovenstaande, maar bovenal door door het portret dat ik van haar maakte.
Vriendelijke groet, Bert